De dijkschapen staren onverstoorbaar in de verte, de zon schijnt en de zilte waddenlucht zindert van de wedstrijdspanning. Het is half september 2014. Als het startschot klinkt rent een horde mannen en vrouwen in wetsuits op blote voeten richting het zeewater. In een kluwen van armen en benen zwemmen ze zelfverzekerd in vrije slag, of proestend in een aarzelende schoolslag, de eerste meters in het havenwater van Nes, Ameland. Ze weten dat zij de toon moeten zetten voor hun teamgenoten, die straks op mountainbike en hardloopschoenen de duinen en het strand zullen veroveren.
Ik schreeuw, ik juich en spring op en neer als een pasgeboren lammetje als Bram, onze zwemmer, met een felle blik het water uit komt rennen. Tim staat in de wisselzone al klaar naast zijn felgele mountainbike. Als hij zich door het mulle zand heeft geworsteld mag ik straks het stokje overnemen om twaalf kilometer door de duinen te zwoegen. We zijn een samengeraapt zooitje debutanten dat vandaag voor het eerst meedoet aan de Triambla teamtriathlon op Ameland, maar we gaan als een dolle en het voelt fantastisch!
Deze eerste kennismaking met de triathlonsport is geïnspireerd door mijn looptrainer, Jacob Veenstra, die maar liefst twee jaar achter elkaar de Norseman (link) triathlon finishte. Een moorddadige Ironman waarbij alleen de eerste 160 finishers de laatste 5 km onverhard naar boven mogen klauteren op Mt. Gaustatoppen. Zo’n prestatie waar je eerbiedig stil van wordt, maar ook vertwijfeld je hoofd bij schudt. Om aan zo’n evenement mee te doen, moet je toch wel een beetje behoorlijk gestoord zijn. Nee, dan is wat mij betreft zo’n teamtriathlon op Ameland, met woelig zeewater, worstelzand en hijgduinen al indrukwekkend genoeg.
Maar toch. Ergens is een zaadje gepland. Weliswaar geen Norsemanzaadje, maar wel een triathlonzaadje. Zwemmen, fietsen en lopen. Drie sporten die ik allemaal een beetje beheers, en allemaal ongelooflijk leuk vind. En dat dan na elkaar. Zou ik dat kunnen?
Sommige ideeën hebben tijd nodig om te rijpen. Het kan een paar maanden duren, of zelfs een paar jaren. Maar de goede ideeën komen bij je terug. Om wat voor reden dan ook. In augustus 2016 krijg ik een prachtige dochter, maar raak ik mezelf kwijt. Door hormonale prutzooi en een overdosis perfectionisme kan ik niet slapen en beland ik binnen twee weken in een postpartum burn-out. Die periode verdient een eigen verhaal, dat ik later misschien nog eens deel. Hoe dan ook, sporten helpt me in de daaropvolgende maanden weer op de been, helpt me om mezelf terug te vinden. En ergens in de winter, terwijl ik op het dichtgevroren Paterswoldsemeer de zorgen van me afschaats, begint dat triathlonzaadje zich te melden.
Omdat alle begin moeilijk is en je samen sterker staat dan alleen meld ik me aan voor de introductiecursus van GVAV Rapiditas, de triathlonvereniging in Groningen. Samen met een tiental andere fantastische beginnelingen stort ik me op de drie wekelijkse trainingen. Woensdag lopen, donderdag zwemmen, zaterdag fietsen. Ik kan het allemaal een beetje, en ik word in allemaal beter. Een beetje beter. En dat is genoeg. Want bovenal helpen de trainingen mij om het vertrouwen in mijzelf en mijn lichaam terug te winnen, het vertrouwen dat ik na die stormachtige start van het moederschap compleet was kwijtgeraakt.
Ik leer met een hogere pasfrequentie lopen, doe looptechniekdansjes die in de dorpsdisco niet zouden misstaan, mag meezwemmen in baan 2 en durf schouder aan schouder te fietsen. Op 18 juni wacht mijn eerste individuele triathlon: de Speedman in Groningen. Een achtste weliswaar, maar dat maakt me geen donder uit. Ik weet zeker dat ik het kan, ik heb mezelf teruggevonden, en dat is goed genoeg. Durven hoeft niet groots en meeslepend te zijn, geen Norseman, geen marathon, geen elfstedentocht. Durven is dat kleine stapje buiten mijn comfortzone en dan in elke vezel van mijn lijf voelen: goed is goed genoeg.